Deze beeldjes zag ik onderweg tijdens Koninginnenach(t). Op mijn veertiende was ik gegrepen door het idee van reuzen met rotsen en bomen op hun rug en hoofd. Deze interesse kwam niet uit het niks. Bij aardrijkskunde leerde je over tektonische platen die loskwamen, scheuren in de aarde en het ontstaan van bergen. Dit bracht ik in verband met de Noorse mythen. Thuis had ik een boek hierover, vol met verhalen zich misdragende aardreuzen, ontworteld en losgeslagen.
Tijdens de betreffende nacht waren er weliswaar ook veel losgeslagen types, reuzen vielen er niet te bekennen. Tenminste, als je de rondbuikige, getatoeëerde mannen niet meetelde, als Mozes zich een weg banend door een zee van mensen. Onderstaande mannetjes vormden een mooi contrast met de menigte en deden me denken aan dagen, zittend op een reling met in gedachte de reuzen die misschien nog sliepen onder mijn voeten.